veulen zogen
kennisbank

Het veulenseizoen

De lente zit er aan te komen en de eerste veulens hebben het daglicht al weer mogen aanschouwen. De geboorte van een veulen is voor de meeste fokkers een mooie maar ook spannende gebeurtenis. Meestal verloopt het geboorteproces en de daaropvolgende periode zonder veel problemen maar helaas maken we in de praktijk ieder jaar ook weer situaties mee waarin het niet vlekkeloos gaat. Sommige problemen hadden voorkomen kunnen worden als de merriehouder beter op de hoogte was geweest van afwijkingen die zich kunnen voordoen. Daarom willen we graag een aantal belangrijke zaken nog eens voor u op een rij zetten.

Voorbereiding

Een goede voorbereiding op de ophanden zijnde geboorte begint met de goede verzorging van de merrie. Natuurlijk is zij gedurende de dracht goed gevoerd. Een goed gevoerde merrie geeft een sterk veulen, hetgeen voor de snelle en goede ontwikkeling van het bewegingsapparaat van essentieel belang is. Daarnaast hebben drachtige merries net als andere paarden regelmatig beweging nodig. Een goede lichamelijke conditie is voorwaarde voor een vlotte geboorte.
De voorbereiding op het veulenen begint al ruim voor de werkelijke geboorte. Het is aan te raden de merrie al enkele weken voordat zij is uitgeteld in de stal te zetten waar zij haar veulen ter wereld gaat brengen. Dit geeft niet alleen de nodige rust, de merrie zal ook antistoffen aanmaken tegen de in die stal aanwezige ziektekiemen. Via de biest zal zij deze antistoffen later doorgeven aan het veulen, dat daarmee beter beschermd is.
Ieder paard dient natuurlijk volgens de regels zijn standaard-vaccinaties tegen tetanus en influenza te hebben gehad. Deze bescherming tegen influenza en tetanus zal via de biest het veulen bereiken. Tevens kan de merrie geënt worden tegen de abortusvorm van het rhinopneumonie-virus.

Merries die zijn “dichtgezet” dus waar de vulvaopening kleiner is gemaakt kunnen het best enkele weken voor de uitteldatum alvast worden opengemaakt opdat ze niet uitscheuren als de geboorte zich onverwacht aandient.

Het ontwormen van de merrie gebeurt gedurende de dracht net als bij alle andere paarden.

De geboorte

De gemiddelde draagtijd van de merrie is 11 maanden maar kan variëren van 10,5 maand tot over een jaar.  Het precieze tijdstip van de geboorte is niet te voorspellen, maar er zijn meestal wel voortekenen die de geboorte aankondigen.  Korte tijd voor de geboorte zal de buik van de merrie wat meer uitzakken en het kruis wat gaan indeuken (het zakken van de platen) In de meeste gevallen zal de merrie kort voor het veulenen een vol uier en hars aan de tepels krijgen. Dit ‘kegelen’ wordt vaak gevolgd door de eerste druppels biest. Tegen de tijd dat de uitgerekende geboortedatum daar is, is rustig observeren van de merrie gewenst. Gedragsveranderingen zoals heen en weer lopen en onrustig of niet eten duiden er vaak op dat de geboorte van het veulen niet meer lang op zich laat wachten.
Als het geboorteproces eenmaal is ingezet, moet de mens zich er in principe niet mee bemoeien. Op gepaste afstand rustig toekijken is in eerste instantie het beste. De meeste geboortes verlopen probleemloos!!

Wat gebeurt er bij de geboorte?

Tijdens de weeën (het samentrekken van de baarmoeder), waarbij de merrie behoorlijk onrustig kan zijn, worden baarmoederhals en baarmoedermond verwijd. Hierdoor ontstaat het geboortekanaal, waardoor het veulen het moederlichaam kan verlaten. Het vanaf de buitenkant zichtbare proces van de geboorte is te verdelen in zeven stadia.

  1. Het vruchtwater uit de waterblaas loopt weg, waardoor het geboortekanaal vochtig wordt gemaakt.
  2. De merrie blijft meestal staan om ook restanten van het vruchtwater weg te persen.
  3. Na ongeveer 15 minuten verschijnt de witte tweede blaas, de pootjesblaas.
  4. De voorbenen worden dan snel geboren, normaal ligt het ene voorbeen voor het andere. Het hoefje van het tweede been moet uiterlijk zichtbaar worden halverwege de pijp van het eerste voorbeen. Door deze ligging van de voorbenen liggen ook de schouders van het veulen iets voor elkaar, waardoor deze makkelijker geboren kunnen worden.
  5. De neus wordt zichtbaar.
  6. De merrie gaat liggen, waarna het zwaarste gedeelte van de geboorte plaats vindt.
  7. Hoofd en borstkas worden geboren, waarna de rest van het veulen vrijwel als vanzelf uit het lichaam glijdt.

In principe hoeft de merrie niet geholpen te worden. Een normale geboorte duurt ongeveer 30 minuten. Pas als er, ondanks persen van de merrie, geen vooruitgang in het geboorteproces geboekt wordt, is inroepen van veterinaire hulp noodzakelijk. De dierenarts kan, nadat hij is gewaarschuwd, adviseren wat te doen totdat hij/ zij gearriveerd is. Bedenk wel dat na iedere perswee van de merrie het veulen weer iets terugzakt in de merrie. Dit is normaal. Het moet wel zo zijn dat er na iedere perswee winst is geboekt ten opzichte van de vorige wee.

Vooral afwijkingen in de ligging van het veulen dienen direct professioneel aangepakt te worden. Als er iets niet in orde is, blijkt haast vaak geboden! Zorg er dan voor dat de merrie in de benen blijft totdat de dierenarts is gearriveerd.

Bij een goed verlopend geboorteproces is het wel belangrijk om in de gaten te houden waar de merrie gaat liggen. Voldoende ruimte achter de merrie, voor het veulen en eventueel een helpende hand, is natuurlijk belangrijk. Ligt de merrie op een onhandige plaats, dan moet zij overeind gejaagd worden. Ze zal snel genoeg een ander plekje zoeken.

Ook als de voorbenen geboren zijn, moet de verleiding om de merrie te gaan helpen worden weerstaan. Pas als het hoofd tot aan de jukbeenderen zichtbaar is, kan eventueel voorzichtig worden meegeholpen. Let er wel op hoe men trekt! Namelijk naar achteren en naar beneden in de richting van de spronggewrichten. Daarmee wordt voorkomen dat de merrie inscheurt.

De vliezen rond het veulenhoofd moeten intact gelaten worden totdat het gehele hoofd geboren is. Zijn ze dan nog niet spontaan gebroken, dan moet dit met de hand gebeuren opdat het veulen niet in de vliezen stikt. Het is ook verstandig even voorzichtig een schone vinger door de veulenmond en langs de neus te halen om achtergebleven slijm en vliezen te verwijderen.

Vaak rust de merrie na de zware klus van bevallen even uit, terwijl de achterbenen van het veulen zich dan nog in het moederlichaam bevinden. Dit is normaal en functioneel. In deze ‘rustpauze’ kunnen moeder en kind even bijkomen en krijgt het veulen nog een flinke scheut belangrijk bloed mee via de navelstreng.

Als de merrie opstaat, breekt de navelstreng normaal gesproken vanzelf. Dit gebeurt in de regel op ongeveer twee centimeter onder de buikwand van het veulen. Op deze, daarvoor door de natuur gecreëerde plaats, is de navelstreng iets ingesnoerd. Controleer wel nadat de merrie is opgestaan of de stomp van de navelstreng niet meer bloedt. Is dit wel het geval, dan moet deze zo goed mogelijk worden afgebonden met een navelbandje en worden gedesinfecteerd.

Na de geboorte van het veulen moet de placenta of nageboorte nog ‘afkomen’. Meestal gebeurt dit binnen een half uur na de geboorte. Laat de placenta langer dan drie uur op zich wachten, aarzel dan niet en bel de dierenarts. Het is ook raadzaam om de placenta in een zak of emmer te bewaren in afwachting van de dierenarts die moeder en veulen komt controleren. De dierenarts kan dan nakijken of er niet een deel van de placenta in de baarmoeder is achtergebleven want dat kan binnen korte tijd een ernstig zieke of bevangen merrie opleveren.

De meeste geboortes vinden ’s nachts plaats. Bij een goed verlopen geboorte kan men in principe tot de volgende ochtend wachten met het bellen van een dierenarts.

Als de merrie na het veulenen opstaat, zal haar ademhaling versneld zijn. Deze kan ook duidelijk zwaar zijn en de merrie kan gaan zweten. Meestal treedt de onrustige reactie op als gevolg van de naweeën op de nageboorte. In de regel verdwijnen de verschijnselen weer snel en zal de merrie al haar aandacht op het net geboren veulen richten. Nemen de verschijnselen eerder toe dan af, dan is er soms in het inwendige van de merrie meer aan de hand en moet er direct een dierenarts gewaarschuwd worden.

Soms gebeurt het dat de merrie al ruim voor de geboorte grote hoeveelheden biest laat lopen. In dat geval is het wenselijk om de biest op te vangen en in te vriezen. Direct na de geboorte kan de biest dan ontdooid en – tot lichaamstemperatuur verwarmd – aan het veulen toegediend worden. Biest bevat enorm veel voor het veulen noodzakelijke antistoffen en is daarom essentieel voor het veulen. Er zijn wel biestvervangers verkrijgbaar, maar die kunnen toch niet tippen aan de samenstelling die moeder natuur gemaakt heeft.

De eerste uren

De eerste levensuren zijn voor het veulen van essentieel belang voor het verdere verloop van zijn leven. Voor pasgeboren veulens is het belangrijk om kort na de geboorte de eerste biest, en daarmee de nodige antistoffen tegen allerlei ziektekiemen, naar binnen te krijgen. Daartoe moeten de veulens kunnen staan en drinken bij hun moeder. Goed observeren van pasgeboren veulens is belangrijk, omdat vroeg herkennen van abnormaal gedrag van levensbelang kan zijn. Om afwijkende symptomen te kunnen signaleren is het noodzakelijk om te weten welke gedragsontwikkelingen een gezond veulen de eerste uren van zijn leven hoort te ondergaan.

  • Bij de geboorte heeft het veulen zijn ogen open en is de zuigreflex bij prikkeling van de mond aanwezig.
  • 10 tot 60 seconden na de geboorte hoort de ademhaling van het veulen rustig en regelmatig te zijn.
  • Na 5 minuten zal het veulen zijn benen beginnen te bewegen
  • Na 10 minuten is de pupilreactie van het veulen aanwezig.
  • Na 30 minuten heeft het veulen zijn gezichtsvermogen en zal het proberen te gaan staan.
  • Drie kwartier na de geboorte kan het veulen de richting van waaruit geluiden komen herkennen.
  • Na een uur kan het veulen staan, waarna het zich ook snel zal kunnen voortbewegen.
  • Na 90 minuten moet het veulen bij zijn moeder kunnen drinken.
  • Ongeveer twee uur na de geboorte komt de eerste ontlasting (meconium of darmpek) van het veulen. Het veulen zal meestal duidelijk zijn best moeten doen en nadrukkelijk staan persen om zich van deze donkerbruin tot zwart gekleurde kleverige uitwerpselen te ontdoen.
  • Binnen tien uur wordt de eerste urine geproduceerd.

Als de verzorger twijfelt aan de gezondheid en/of ontwikkelingen van het veulen, is de eerste actie het temperaturen van het veulen. De normale temperatuur van het pasgeboren veulen is 38.5°C. Komt de temperatuur onder de 38 graden, dan is het veulen te koud en komt het in de gevarenzone. Het heeft dan te weinig energie om de lichaamstemperatuur te reguleren. Daardoor wordt het veulen slomer, gaat minder drinken, waardoor de energievoorziening nog lager wordt en zo belandt het in een negatieve spiraal.

Een onderkoeld veulen herkent men aan het zich oprollen bij het liggen (klein maken), opstaan van de haren en rillen.

Aarzel bij twijfel over het welzijn van het veulen niet en bel een dierenarts. Bij veulens die het moeilijk hebben is het vaak verstandig om de merrie te melken en de zo verkregen biest met een fles aan het veulen toe te dienen. Als hiertoe over wordt gegaan is het wel belangrijk dat het veulen zelfstandig kan zuigen en slikken, omdat het zich anders makkelijk verslikt. Het soms geuite bezwaar dat de merrie haar veulen daarna slecht accepteert, blijkt in de praktijk zelden terecht. Het voordeel van het tijdig toedienen van energie en afweerstoffen weegt ruimschoots op tegen dit gevaar. Bij veulens waar ook de zuigreflex van ontbreekt is acuut veterinair ingrijpen noodzakelijk. De dierenarts kan dan onder andere de biest per sonde toedienen.

Als moeder en kind het goed lijken te maken is rust op zijn plaats. Regelmatig even om de hoek kijken is altijd goed en leuk, maar ze hebben een hoop te verwerken en dat gaat het beste als er rust op stal is.

Behandelingen na de geboorte

Op de eerste levensdag is het verstandig de dierenarts merrie, veulen en nageboorte te laten controleren en er kan ter ondersteuning een veulenspuit gegeven worden met tetanusserum en vitamines. Ongeveer tien dagen na de geboorte dienen merrie en veulen voor het eerst ontwormd te worden. De eerste influenza/tetanus-enting wordt op een leeftijd van 5 maanden gegeven.

Let bij het ontwormen altijd goed op. Niet alle middelen zijn geschikt voor drachtige merries en veulens! Lees daarom altijd de bijsluiter.

Spoed?
Bel 0546 44 14 44

Openingstijden

Ma 8.00 – 18.00
Di   8.00 – 18.00
Wo 8.00 – 18.00
Do  8.00 – 18.00
Vr   8.00 – 18.00

Wij werken uitsluitend op afspraak

Contact

Markgraven Dierenartsen

Almeloseweg 169
7615 NA Harbrinkhoek
Tel 0546 44 14 44

www.markgravendierenartsen.nl
info@markgravendierenartsen.nl

Algemene voorwaarden: KNMvD

Ik wil:

  • Een spoedgeval melden
    • Uw dier mankeert iets en het is spoed?
      Of u weet niet zeker of het kan wachten?

      Bel 0546-441444

      24 uur per dag!
  • Een afspraak maken
    • Elke werkdag van 8:00 tot 18:00 kunt u bellen voor een afspraak.
  • Een vraag stellen
    • We zijn elke werkdag tussen 8:00 en 18:00 bereikbaar voor al uw vragen.