Openingstijden
Ma 8.00 – 18.00
Di 8.00 – 18.00
Wo 8.00 – 18.00
Do 8.00 – 18.00
Vr 8.00 – 18.00
Wij werken uitsluitend op afspraak
Wanneer een paard “last van wormen” heeft kan dit zich op verschillende manieren uiten: bijv. een verminderde conditie, niet goed door de vacht komen, verminderde of juist meer eetlust, koliekverschijnselen, bloedarmoede of diarree. Door te veel wormen kan het opgroeiende paard gaan achterblijven in de groei. De afgelopen jaren was de wormbestrijding bij paarden voor de meeste paardeneigenaren redelijk eenvoudig; het op gezette tijden toedienen van een ontwormingsspuit. Vandaag de dag moeten we het toch echt anders doen.
Het huidige advies is om iedere situatie individueel te bekijken en te ontwormen ‘op maat’. Bij dit ‘maatwerk’ spelen mestonderzoek en inventarisatie van de situatie (o.a. huisvesting, groepssamenstelling, hygiëne, weidebeleid) een essentiële rol. De uitgangspunten van een modern wormbestrijdingsprogramma zijn: de omgeving van uw paard zo vrij mogelijk te houden van wormlarven en uw paard alleen behandelen met ontwormingsmiddelen als het nodig is.
Wist u dat?
Bij wormresistentie zijn wormen niet meer gevoelig voor bepaalde ontwormingsmiddelen. We spreken van resistentie als een ontwormingsmiddel, in de juiste dosering toegepast, minder dan 95% van een wormensoort doodt. Door het regelmatig uitvoeren van een mestonderzoek gecombineerd met deskundig advies kunt u het volgende bereiken:
U kunt op elk moment binnen het jaar met mestonderzoek beginnen, maar er zijn voorkeursmomenten. Ten eerste in het voorjaar net voor het weideseizoen. Uitscheiders van wormeieren kunnen dan opgespoord worden en behandeld om zo besmetting van het weiland te voorkomen. In het voorjaar kunnen paarden op de wei besmet worden door larven die zich hebben ontwikkeld uit eieren die in het najaar reeds op het land aanwezig waren. Dus in de zomer (na 2 tot 3 maanden weidegang) is een tweede mestonderzoek zinvol. In het najaar is het verstandig om middels een laatste mestonderzoek te bepalen of de paarden “schoon” op stal gaan. Deze laatste keer kan men ook standaard vervangen door een eenmalige ontworming met moxidectine en praziquantel.
In geval van jonge paarden (tot 5-6 jaren) in weides waarvan men weet dat eerder infecties voorkwamen met kleine (vaak rode) bloedwormen verdient dit zelfs aanbeveling. Bij intrede van nieuwe paarden (in een koppel) in de weide dient ook eerst mestonderzoek plaats te vinden. Uiteraard volstaat ook een goede ontworming van deze nieuwe paarden. Tot de uitslag van dit mestonderzoek of tot 2 weken na eventuele ontworming moeten deze paarden niet in de weide gezet worden om eventuele besmetting van de weide met wormeitjes te voorkomen.
Voor veulens geldt het advies om op 10 dagen leeftijd de eerste ontworming te geven, een infectie is namelijk al mogelijk via de moedermelk. Vervolgens mag elke 6 weken de ontworming herhaald worden, omdat veulens ook regelmatig met spoelwormen te maken krijgen. Belangrijk is hierbij de keuze voor het juiste ontwormingsmiddel, gezien de resistentie tegen ivermectines die regelmatig optreedt.
Het moderne (ont)wormbeleid:
Voor vragen over mestonderzoek en ontworming en/of een passend advies kunt u terecht bij onze dierenartsen.
Ma 8.00 – 18.00
Di 8.00 – 18.00
Wo 8.00 – 18.00
Do 8.00 – 18.00
Vr 8.00 – 18.00
Wij werken uitsluitend op afspraak
Markgraven Dierenartsen
Almeloseweg 169
7615 NA Harbrinkhoek
Tel 0546 44 14 44
www.markgravendierenartsen.nl
info@markgravendierenartsen.nl
Algemene voorwaarden: KNMvD